Het klimaat in Italië is mediterraan, maar Noord-Italië is gemiddeld vier graden koeler dan het zuiden omdat het land zich uitstrekt over tien breedtegraden. De inwoners van Milaan, in de grote noordelijke vlakte van de rivier de Po, hebben winters die zo koud zijn als Kopenhagen in Denemarken (5C in januari), terwijl hun zomers bijna net zo heet zijn als in Napels in het zuiden (31C in juli ) – maar zonder de verfrissende zeebries. Turijn, aan de voet van de Alpen, is in de winter nog kouder (4ºC in januari) maar heeft minder hete zomers (24ºC in juli).
Alle kustgebieden zijn heet en droog in de zomer, maar zijn ook onderhevig aan hevige onweersbuien, die plotselinge overstromingen kunnen veroorzaken. In het binnenland, zoals Florence en Rome, kan het vroeg in het jaar heerlijk zijn (20ºC in april), maar onaangenaam zwaar en plakkerig in juli en augustus (31ºC).
Lente en vroege zomer en herfst zijn de beste tijden om te bezoeken, hoewel in de paasweek de Italiaanse stadscentra vol toeristen zijn, en in april en mei zijn ze vol met menigten Italiaanse schoolkinderen die op excursies gaan. September en begin oktober, wanneer hoteltarieven en vliegtuigtarieven goedkoper zijn, zijn vaak bijzonder mooi met heldere, frisse zonnige dagen ten tijde van de druivenoogst. Oktober en november, de maanden van de olijvenoogst, hebben de zwaarste regenval van het jaar, maar de wintermaanden kunnen ook nat zijn, dus neem een waterdichte jas en een goed comfortabel paar wandelschoenen mee. (Napels heeft een hogere gemiddelde jaarlijkse regenval dan Londen!) Dit is de tijd voor de operabezoeker en de wintersportliefhebber, of om te genieten van publieksvrij winkelen in Milaan, Rome of Venetië. Maar voordat februari uit is, bloeit de roze amandel al in het zuiden.